Opnamedatum december 2021, locatie Apeldoorn. Interviewer Annelies Moerel, cameravrouw Monique van Dalen.

Het interview met Hans speelt zich af in Apeldoorn. Eigenlijk zou Hans samen met Elisabeth Raven geïnterviewd worden op het terrein van het ITC in Naarden. Een prachtige en krachtige locatie die Hans na aan het hart ligt.

Door allerlei onverwachte gebeurtenissen liep het anders en zitten wij op een zeer koude en gure decemberdag knus met elkaar aan de koffie en koek in huize Raven.

Een fijne plek waar Hans in het verleden regelmatig met Elisabeth en haar echtgenoot Aeisso diepe gesprekken voerde over theosofie en andere esoterische zaken.

Hans is jarenlang voorzitter geweest van de Theosofia Stichting. Daarnaast was hij tien jaar lang secretaris van de vereniging. Genoeg sporen verdiend dus voor een diepte-interview.

Hans, wat betekent theosofie eigenlijk voor jou?

Theosofie is voor mij een weg naar zelfkennis. Het is de kennis die je vertelt dat je uit de eenheid komt, op reis gaat naar de veelheid en uiteindelijk ook weer naar die eenheid zal terugkeren. Het is de ontwikkeling van het OM dat ook wederkeert naar het punt vanwaar zij is gekomen.

Hoe ben jij bij de Loge Den Haag terecht gekomen?

“Ik ben in 1985 bij de loge gekomen. Ik was een eind in de dertig, dat is wel jong voor een beginnend theosoof. Ik zag een advertentie in de krant staan over een cursus Geheime Leer. Deze cursus werd gegeven door Nan Meijer. Mijn eerste boek over theosofie was dus de Geheime Leer.”

Dat is niet meteen het makkelijkste boek om mee te beginnen.

“Nee, zeker niet, maar ik werd er niet door afgeschrikt. Ik ben naar de cursus van Nan gegaan en zij is vanaf dat moment degene geweest die mijn stappen op het theosofische pad heeft begeleid. Nan was een dame van in de zeventig en ze wist er heel veel van.”

Wat is jouw achtergrond, Hans?

“Mijn werk had met transport, vervoersrecht, zeeschepen en vrachtauto’s te maken. Niet een directe link naar esoterie, maar die link is er ergens toch wel, misschien ook uit een vorig leven. Ik had een paar astrologieboeken. Een vriend van ons vroeg: 'Wat zijn dat voor boeken?' Die jongen ruimde ook inboedels op. Komt hij op een geven moment met de Bhagavad Gita aanzetten. Ik las dat boek eens op mijn werk toen een collega zei: 'Jij interesseert je vast voor meer dingen.' De volgende morgen bracht hij een hele tas vol met theosofische boeken mee.

Later schonk Nan Meijer mij wat boeken. Het kwam op mijn pad, of ik nou wilde of niet. Zo ben ik met theosofie begonnen.”

Nadat je lid werd van de loge heb je ook diverse taken vervuld.

“Ik ben een periode secretaris geweest van de vereniging en daarna voorzitter van de stichting. Op een gegeven moment heb ik veel samengewerkt met oud-voorzitster Imelde Ruberti. Zij was één van de eerste vrouwelijke priesters bij de vrij-katholieken. Dat heeft nogal wat teweeg gebracht binnen de kerk en de loge.

Ik ben opgegroeid vanuit twee geloven; zowel rooms-katholiek als protestants. Dat heeft voordelen; je kan het van beide kanten bekijken, je wordt ruimer in je denken.

Ik ben voorzitter geweest in een moeilijke periode. Alles stond op scherp, vanwege een dreigende scheuring in de vrij-katholieke kerk. Diezelfde scheuring zag je ook binnen de loge. Gelukkig is dat allemaal bezworen en hebben we dat rustig kunnen afronden.”

Wat is de erfenis die jij als voorzitter heb achtergelaten in de Loge?

Laan van Meerdervoort 1A, Den Haag, logepand van 1992 - dec 2020

“Mijn belangrijkste daden voor de loge waren eigenlijk voor de Theosofia Stichting Den Haag. In 1994 heb ik Arno Veldhuis afgelost. Totaal heb ik 21 jaar voor de stichting gewerkt. Voor het gebouw heeft dat betekend dat er het nodige is opgeknapt om het een betere uitstraling te geven.
Zoals voor elke bestuursfunctie geldt, ik was er vooral om problemen op te lossen. Waar ik ook gevraagd word in een bestuur, er duiken binnen drie maanden problemen op die ik moet oplossen.

Het ligt dus op mijn pad. Kennelijk heb ik in een vorig leven weggekeken.”

Ging het aan je hart toen het gebouw aan de Laan van Meerdervoort werd verkocht?

“Nee, het zijn stoffelijke zaken. Daar hebben we het een keer in Naarden over gehad, tijdens een bijeenkomst van het Theosofisch Landschap. De discussie ging over de zin en de betekenis van een gebouw voor een vereniging. Het is een stoffelijk anker. Wij hebben het stoffelijk anker achter ons gelaten als loge. Ik vond dat wel wijs.”

Welk theosofisch boek inspireert jou het meest?

Elisabeth Raven en Hans van Aurich

“Het boek dat mij het meest aanspreekt is ‘Aan de voeten van de meester’, geschreven door een toen nog heel jonge Krishnamurti (KM), onder het pseudoniem Alcyone. Het is waarschijnlijk gedicteerd tijdens nachtelijke sessies door zijn geestelijke leraren. Degene die hem zover heeft gekregen dit allemaal op te schrijven was zijn gouvernante Marie Russack. Zij was goed bevriend met Annie Besant en had op esoterisch gebied ook zeer veel kennis.

Het boek vertelt met eenvoudige woorden precies wat je moet doen. Nou, als je dát kan, petje af. Wat ik belangrijk vind: Je mag niet liegen. Je moet eens weten hoe moeilijk dat is. Een leugentje om bestwil bijvoorbeeld, mag dat? In principe zegt KM: Dat mag niet. Het enige wat je kan doen is iets niet zeggen. En, de vraag is ook, moet je je ergens mee bemoeien? Wij bemoeien ons met alles, maar is dat nodig? Jij ziet iets dat niet goed gaat en naar verwachting geen grote gevolgen zal hebben. Dat moet je dan zijn beloop laten.”

Lukt het jou om de kennis en de wijsheid van de theosofie in praktijk te brengen?

Een theosoof zou je kunnen kenschetsen als een persoon met een ongelofelijk groot hoofd. Theosofen houden van boeken, ze studeren. Maar in die boeken staat kennis, geen wijsheid. Waarom niet? Omdat je wat met die kennis moet. Als je eet ga je eerst de boel verteren, pas dan wordt je lichaam gevoed. Kennis moet je intern gaan verwerken, dan kan het wijsheid worden. Dat is verwerkte kennis en die kan je ook meteen toepassen.

“Ik zie mijzelf als een boom, die vrucht gaat dragen. Maar die vruchten moet ik niet voor mijzelf houden. Die moet ik uitdelen aan anderen, hen bekend maken met de vruchten van kennis.

Het is een proces van hard werken, studeren en nog eens studeren. Na het studeren volgt het verifiëren, je hoeft niet alles voor waar aan te nemen. Hierna ga je verwerken, dan kan je groeien en vervolgens delen met anderen. Dat probeer ik in de praktijk te brengen. Vanuit mijn theosofische kant heb ik dat jaren gedaan.”

Boeken en theosofen, horen ze bij elkaar als yin en yang of als water en vuur?

“Toen mijn vrouw Agnes en ik in 1984 afscheid namen van de School voor filosofie zeiden we tegen elkaar: Wat willen we nu? Ik zat toen net op de cursus Geheime Leer van Nan Meijer, ik wilde wel theosoof worden. Mijn vrouw zei: Dat vind ik teveel boeken. Maar dat is nou eenmaal zo, het hoort bij elkaar. Boeken zijn niet meer dan bakens op weg naar kennis of zo men het noemt: Meesterschap over het zelf.
De theosoof zal dit meesterschap als regel wel verlichting noemen. Maar de vraag was meer gericht op dualiteiten, zoals hemel en aarde, water en vuur. Deze dualiteiten zijn twee-eenheden, die het derde element tot aanzien brengen en uiteindelijk het vierde. De vraag impliceert dat de mens zowel onwetend is als over kosmische kennis beschikt. De conclusie die je hieruit trekken kan, is dat boeken en kennis inherent zijn en de mens kan wakker maken.”

Welk boek ligt op dit moment op je nachtkastje?

“Er ligt niks op die plek, maar ik ben wel dingen aan het lezen: ‘De angst voor vrijheid’ van Erich Fromm, maatschappij psycholoog. En als ik op vakantie ga of naar een onbewoond eiland, zoals jij wilde weten, neem ik een boek van Aryeh Kaplan of Joseph Dan mee. Aryeh was een kabbalist en kwantum fysicus. Jewish Meditation, Joodse meditatie is van hem, leuk om te lezen. Hierin vertelt hij zijn worsteling met meditatie, om dingen voor elkaar te krijgen. Er zijn veel vormen van meditatie.

De leerlingen op een Yesjiva (Joodse Talmnoed school, red.) leerden een psalmtekst uit het hoofd en mediteerden op die tekst. Een ander pakte een letter en bleef tijdens de meditatie naar de letter staren.”

Hans, hoe hoopvol ben jij gestemd over de toekomst van de Loge en de Theosofie?

“Ik ben daar pessimistisch over. Alle stromingen nemen af, de interesse neemt af,  waar zit hem dat in? Ik denk in de gemiddelde leeftijd van de mensen. We hebben in loge Den Haag veel ouderen. Wij beslissen om theosofie met elkaar te beleven, maar deze generatie sterft uit en dan is het afgelopen.

We moeten nadenken wat we jongeren kunnen aanbieden. Wat is er nu booming? Yogascholen, mindfulness trainingen, scholen die mensen, wel tijdelijk overigens, een lifestyle bieden. Wij hoeven mindfulness niet in huis te halen, dat hebben we al.

Echte ouderwetse yogatrainingen geven die scholen natuurlijk ook niet.

Tim Boyd, President of the Theosophial Society, Adyar

Theosofie kent eigenlijk geen grenzen, het is een levensfilosofie, een manier van leven. We hebben dezelfde boodschap nodig, alleen in een andere vorm. De man die daar het beste leiding aan kan geven is Tim Boyd, voorzitter van de Theosophical Society. Hij is Amerikaan en staat open voor het gebruik van allerlei technologische vondsten.

Als je bijvoorbeeld iets duidelijk wilt maken aan een leerling kan je gebruik maken van augmented reality (AR).

Je filmt een belangrijk gebouw in Adyar 360 graden, waardoor je via het internet een virtuele tour aan kan bieden. Dat is een manier om jongeren aan te spreken, om ze te triggeren. Verder is Tim Boyd het levende voorbeeld van gelijkheid. Hij is een hele goede vent en geeft inspirerende lezingen. Ook dat spreekt jongeren aan. Er moeten nog meer Tim Boyds komen. En wat volgens mij de Loge meer vaart kan geven, is actieve onderzoekscentra met natuurkundige knowhow oprichten. Denk hierbij aan kwantumfysica en astronomie.”

Is dat de oplossing om meer jongeren te bereiken?

“Kijk waar de jongeren het wel goed doen. Neem nu de tegenwoordige scholen voor Yoga of voor Mindfulness. Zij bieden een lifestyle. Jongeren hebben op dit moment zoveel wat ze binnen kunnen halen. Ze hebben internet en googelen wat informatie, niet wetende dat ze dat ook moet checken. De eerste wet op de inwijdingsladder is: verificatie, onderscheidingsvermogen ontwikkelen.

Jongeren zijn wel degelijk in staat tot onderscheidingsvermogen, maar gaan ze dat spontaan doen? Er zullen altijd scholen zijn, theosofie is er één van, die wel degelijk iets meer in pacht hebben, die kunnen helpen met de stappen op hun pad.

Ik heb van de theosofische vereniging hele leuke dingen meegekregen. Toen ik mij opgaf als lid, moest ik zeggen wat ik verwachtte. Ik verwachtte geen kennis, ik verwachtte liefde, geen fysieke uiteraard. Die liefde heb ik gekregen, onder andere van Nan Meijer, wat een fantastisch mens was dat.”

Hans, als laatste, wat zou je de lezers willen meegeven?

“Ik adviseer de theosoof zich te houden aan de drie doelstellingen en daarbij vooral zelf te onderzoeken en niet plichtmatig groten uit de theosofische geschiedenis na te praten. Onder groten versta ik ook HPB, Annie Besant en Charles Leadbeater.  Bijzonder goed wat zij naar voren hebben gebracht, maar onderzoek, waar mogelijk, ook hun bevindingen zelf.

Mensen betrekken bij je leven, bij je innerlijk bestaansgrond, dat zou volgens mij een goede impuls kunnen zijn voor de theosofische vereniging.

 

en_USEnglish