Opnamedatum juli 2021, locatie Delft. Interviewer Annelies Moerel, cameravrouw Fieke Ripping.

Aan alle geïnterviewden is gevraagd een locatie te kiezen, waar ze graag iets over willen vertellen en wat de link is met de theosofie, die voor ieder van hen uiteraard een belangrijke rol speelt.

Jan Maarten Braak was voorzitter van de Theosofie Stichting en van de Loge Den Haag van 2017-2020.

Jan Maarten, bibliothecaris van beroep en werkzaam als beleidsadviseur, heeft leiding gegeven aan de loge in een lastige tijd. In deze periode speelde hij een dubbelrol door zowel voor de stichting als voor de loge de voorzittershamer te hanteren. Er bleek een hoop achterstallig onderhoud in en rond het gebouw en na lang overleg met diverse besturen en leden is besloten om het gebouw aan de Laan van Meerdervoort te verkopen.

Het was voor hem een tijd van lastige beslissingen en moeilijke gesprekken, maar ook een periode van mooie ontmoetingen. Jan Maarten heeft ons voor dit interview meegenomen naar Delft, waar de basis ligt van de Haagse theosofie.

Jan Maarten, we staan hier in Delft in een klein parkje. Waarom zijn we hier?

“We staan hier midden in Delft tussen twee mooie oude platanen in een klein plantsoentje, ‘Het Kalverbos’. Hier bevindt zich een belangrijke aanwijzing voor de oorsprong van de theosofie in Den Haag. Op deze plek ligt Karl Wilhelm Naundorff begraven, die zich koning Lodewijk de Zeventiende noemde, de laatste koning van Frankrijk. Hij beweerde de vermiste zoon te zijn van Lodewijk de XVI en koningin Marie Antoinette.

Naundorff had een zoon, Lodewijk Adelbert de Bourbon, een militair en deze zoon is de grondlegger van de eerste Haagse theosofische loge Post Nubila Lux ( Na de nevelen het licht, red.) die op 27 juni 1881 werd opgericht. Adelbert de Bourbon werd secretaris van de loge en trad op 10 augustus 1881 toe tot de T.S.”

Wat betekent theosofie voor jou?

“Echt enorm veel. Dankzij theosofie heb ik veel leuke en interessante mensen ontmoet. Het heeft mij nieuwe inzichten gegeven, wijsheid opgeleverd, eigenlijk kan ik niet meer zonder theosofie. Mensen zien theosofie als erg theoretisch, maar voor mij is het juist heel praktisch. En ik heb dankzij de theosofie ook een leuke vrouw ontmoet, waar ik hoop de rest van mijn leven mee samen te zijn. Zij woont alleen in het buitenland, dat is lastig, maar we werken aan een oplossing.

Ik ben heel dankbaar voor alles wat de theosofie mij geboden heeft en ik zal mij dan ook, totdat ik de kist in ga, bezig blijven houden met theosofie.”

Theosofen en boeken zijn als water en vuur of zie jij dat anders?

“Ha, ik moest echt even lachen, dat betekent dat de één een bedreiging is voor de ander en ja, dat klopt ook. Theosofen hebben gewoon veel te veel boeken. Op een gegeven moment kom je erachter dat je geen boeken meer nodig hebt. Als ik ga samenwonen met mijn partner dan wordt dat wel een uitdaging, want ook zij heeft enorm veel boeken. Ik mocht een boek uitzoeken waarmee ik naar een onbewoond eiland ga, maar ik kon geen keuze maken dus het zijn er drie geworden.

Het eerste boek is natuurlijk De Geheime Leer. Ik zie de wereld als een soort legpuzzel. Al van jongs af aan was ik op zoek naar de randjes, ik moest een soort frame hebben, waardoor ik de puzzel kon leggen. De Geheime Leer knoopt een hele hoop van die puzzelstukjes aan elkaar.

Dat boek is zo waardevol. Soms denk ik aha, ik snap het, dan ga ik verder lezen en snap ik er even niets meer van. Dat motiveert me dan om weer verder te studeren. Ik ben heel dankbaar dat ik op een dag in een boekhandel kwam en dit boek als het ware licht gaf, zo van ‘koop mij…’ Ik moest dat boek kopen en ben snel naar huis gegaan om het door te bladeren. Ik was toen 19.”

Wat gebeurde er toen met je?

“Ik las al heel lang boeken van Erich van Däniken (Zwitsers auteur bekend van zijn controversiële ideeën over buitenaardse invloed op menselijke cultuur in de prehistorie, red.). Ik wilde weten waar die beelden op Paaseiland vandaan kwamen en ik vond de piramides heel fascinerend. Daar wilde ik ook meer van weten.

Ik ben gezond nieuwsgierig en ik denk dat precies dát voor theosofen een soort tweede natuur is.

Het tweede boek dat ik mee zou willen nemen is De stem van de stilte van H.P. Blavatsky. Dat is echt een magisch boekje, want iedere keer als ik het lees, merk ik dat ik het op een ander bewustzijnsniveau lees.

Dan voelt het als, wauw, ik heb gewoon een heel nieuw boekje gelezen! Daarom verveelt het nooit. Eigenlijk staan in dit boekje de voorwaarden voor het spirituele pad vermeld.

Het derde boek wat ik mee zou willen nemen is een boek van een Indiaase monnik Shri Shankaracharya. Bij mij begint alles met bewustzijn. Ik ben mij bewust dat er meer is in het leven, dat ik niet doelloos door het leven sukkel en dat ik weet wat mijn rol is.

Ik word getriggerd om mijn innerlijke tomtom te kalibreren met het einddoel. Ik vind het belangrijk dat ik weet waarom ik hier ben en wat ik doe.”

Vind je het lastig als mensen om je heen er totaal niet mee bezig zijn?

“Nee hoor, iedereen gaat zijn eigen weg. De een gaat wat sneller dan de ander, er is geen goed of fout. Vroeg of laat komt iedereen er achter dat er meer is.

Zo’n boek als dat van Shri Shankaracharya helpt om onderscheid te maken tussen wat goed is en wat niet. Bijvoorbeeld het eeuwige en het tijdelijke. In deze wereld waar wij met zijn allen zo hangen aan het tijdelijke, een mooie film, lekker eten, op vakantie gaan, dure auto...

Dat is allemaal kortstondige bevrediging en daar word je op den duur niet gelukkig van, het doet je juist verlangen naar meer.

Het is net als bij een loterij waarin iemand een miljoen wint, die vervolgens mee blijft spelen. Hij kan ook zeggen: Een miljoen is genoeg, ik stop ermee. Het boekje van de Indiase monnik helpt om voor jezelf helder te krijgen: hoe maak ik nou onderscheid tussen het eeuwige en het tijdelijke?”

Ben jij je elke dag bewust van hoe je leeft?

“Ja, ik ben redelijk bewust. Boosheid bijvoorbeeld vind ik verspilde energie, ik kan moeilijk boos worden, dat vind ik zonde, maar als iemand jou uit staat te kafferen dan kan ik best even boos zijn. Dat zijn van die zwakheden, die heeft iedereen, niemand is volmaakt.

Het boekje van Krishnamurti Aan de voeten van de meester, dat is doorgegeven door de meesters van wijsheid, dat is zo’n mooi en eenvoudig boekje. Daar zou je allemaal geeltjes van kunnen maken om op je koelkast te plakken of in de slaapkamer. Daar staan allemaal dingen op om rekening mee te houden, zoals je bewust zijn wat je zegt, goed handelen, alles wat in bekende oosterse teksten opgeschreven is. Het klinkt allemaal zo logisch en toch is het fijn dat het allemaal opgeschreven staat in een klein handig kroonjuweeltje. Daar word ik dan heel blij van.”

Hoe heb je jouw voorzitterschap ervaren?

“Heel positief, maar soms ook zwaar. Ik was op het zelfde moment voorzitter van de stichting, die het gebouw beheerde en de zalen verhuurde. We hebben als bestuur afscheid moeten nemen van groepen waarmee we letterlijk al 100 jaar samen waren en dat doet pijn. Ik heb een vergadering gehouden waarin ik al die mensen het slechte nieuws moest vertellen, dat was een van de moeilijkste dingen die ik gedaan heb. Gelukkig namen ze het allemaal heel goed op.

Voorzitterschap bestaat niet alleen uit leuke dingen: Leden die weggaan omdat ze zich niet goed begrepen voelen of omdat ze toch een andere richting op willen, dat doet pijn. Je wilt iedereen erbij houden, maar dat lukt niet altijd en dat moet je accepteren. Wat ik jammer vind is dat er veel energie is gaan zitten in het onderhoud van het gebouw. Die tijd hebben we niet aan vernieuwingen kunnen besteden. Dat vond ik wel jammer.

Ik denk dat de huidige periode een mooie kans is om dat wel te doen. Hans van Aurich zei: ‘We hebben geen stoffelijk anker meer.’ Dat is mooi verwoord. We hebben de vrijheid. Daarom ben ik hoopvol gestemd voor de toekomst. We zullen eerst wat kleiner worden, want er zijn een hoop mensen op leeftijd en de aandacht van jonge mensen is er nog niet.

Als we de vorm veranderen maar de inhoud niet, dan kunnen we een hoop bereiken. Er hoeft maar een persoon te zijn die dat doet. Ik denk hierbij aan Henry Olcott, die in zijn eentje heel Ceylon heeft doorgereisd op zijn ossenkar, bij een temperatuur van veertig graden. Hij hield een enthousiast betoog voor een paar mensen en pakte hen in. Dat is dan toch de moeite waard.

Gandhi zei: Wees zelf de verandering die je wilt zien in anderen. Zo denk ik er ook over, houdt het gewoon klein. Ik ken mensen die vechten voor de aarde, die willen dat de hele planeet groen wordt. Ze worden allemaal gek, omdat ze het niet voor elkaar krijgen. Weet je waarom?

Ze vliegen te groots aan. Begin gewoon klein en zorg ervoor dat de mensen om je heen bewust worden en goed voor het milieu zorgen. Laat hen beseffen dat je zoiets niet alleen voor jezelf doet, maar ook voor het grotere geheel. Steek je er meer positiviteit in, dan werkt dat belonend ook al zie je het niet direct. Je moet nooit verlangen naar de vruchten van wat je doet, vraag je niet af waarom je iets doet:  Just Do It. Die reclameslogan van sportmerk Nike, vernoemd naar de godin van de overwinning, is echt goed bedacht.

Hoe kom je verder op je pad? Dat is gewoon door het te doen en niet door maar te blijven hangen op een stoeltje. Dit soort quotes zijn allemaal wegwijzers, van die ANWB paddenstoelen die je de goede kant op sturen. Theosofie is niet alleen studeren, maar echt duidelijk doen, doen en nog eens doen.”

Heb je een zin, een quote, een gedicht, iets wat je de lezers zou willen meegeven?

“Ik heb een gedicht voor mij liggen van William Ernest Henley, een victoriaanse dichter uit Engeland. Het gedicht hing bij Nelson Mandela aan de muur in zijn cel op Robbeneiland. Het heet Invictus, wat vanuit het Latijn vertaald 'ongeslagen' of 'onoverwinnelijk' betekent.

Het is een prachtig gedicht dat het volgende wil zeggen: Hoeveel ellende je als mens ook mee kan maken, uiteindelijk ben jij de grote regisseur, die bepaalt hoe je daarmee omgaat. Het is niet zoiets wat je bijvoorbeeld bij misdaad tegenkomt: Het mes deed het werk, of, het glipte er zo maar in.

Overal is alcohol, overal zijn drugs, maar je bent zelf altijd en overal verantwoordelijk voor je eigen handelen.

Ergens staan de dingen wel vast, maar jij bent de captain of your soul, the master of your fate. De theosofie geeft genoeg aanwijzingen hoe je om moet gaan met tragische zaken in je leven, het lijden van iemand, het verlies van een partner, van je ouders, ruzie op het werk. Dat is wat theosofie praktisch maakt. Dat is wat sterk is aan de oude wijsheid. Ze hebben er ontelbare jaren over nagedacht. Dat hoeven wij niet opnieuw uit te vinden.”

Out of the night that covers me
Black as the pit from pole to pole,
I thank whatever gods may be
For my unconquerable soul.

In the fell clutch of circumstance,
I have not winced nor cried aloud.
Under the bludgeonings of chance
My head is bloody, but unbowed.

Beyond this place of wrath and tears
Looms but the Horror of the shade,
And yet the menace of the years
Finds, and shall find, me unafraid.

It matters not how strait the gate,
How charged with punishments the scroll,
I am the master of my fate:
I am the captain of my soul.

Vanuit de nacht die mij bedekt
Aardedonker van pool tot pool
Dank ik welke God dan ook
Voor mijn onoverwinnelijke ziel

In de klauwen van omstandigheden
Gaf ik geen krimp, noch schreeuwde ik het uit
Onder geknuppel van het toeval
Is mijn hoofd bloedig, maar niet gebogen.

Voorbij deze plek van toorn en tranen
Duikt slechts de verschrikking op van schaduw
Maar de dreiging van de jaren
Vindt en zal mij vinden: onbevreesd

Het doet er niet toe hoe smal de poort
Hoe beladen met straf de toekomst ook is
Ik ben meester over mijn lot
Ik ben de gezagvoerder van mijn ziel

en_USEnglish