3. De hoogtijdagen in ons eigen gebouw

Het gebouw had een L-vormige plattegrond, waarin plaats was voor twee zalen voor ritueel gebruik, vijf cursuslokalen en een bibliotheek. De Bazel ontwierp ook de lampen, het meubilair en de glas-in-loodramen waarin de esoterische symboliek terug te vinden is. Het gebouw en interieur vormden een zogeheten Gesamtkunstwerk.

De glas-in-loodramen met symboliek van onder meer lotusbloemen, kruisvormen en dierenriemtekens werden in 1992 vanwege de slechte staat en de wens voor dubbelglas, door de nieuwe eigenaar van het pand (PTT-museum, nu museum Beeld en Geluid Den Haag) bijna allemaal vervangen door glas waar de oorspronkelijke symbolen in gezandstraald werden.
Een aantal van de originele ramen zijn nog te zien in het trappenhuis.

Van de bestrating in de tuin is alleen het mozaïek overgebleven waarin het embleem van de Theosofische Vereniging is verwerkt. Het swastika-motief met naar links wijzende armen, werd bij de verbouwing in 1992 onterecht geassocieerd met het embleem van de Nazi’s dat naar rechts wijzende armen heeft en bovendien een slag gedraaid is. Helaas werd het daarom opgevuld met stenen en op die manier onherkenbaar gemaakt. Daarmee werd de samenhang met het Gesamtkunstwerk van De Bazel teniet gedaan.

Op 24 september 1916 werd het logegebouw feestelijk in gebruik genomen.  Voorzitter Johannes Dominicus Ros, geboren in 1875, het jaar waarin de Theosophical Society werd opgericht, hield tijdens de opening een toespraak waarna de bezoekers het gebouw mochten bezichtigen.

Hij zegt in zijn toespraak in 1916 dat hij het gevoel heeft dat de Loge een nieuwe weg betreedt:

“De donkere dagen der 19e eeuw met haar verkillend materialisme hebben wij ten deele meegeleefd. De technische wetenschappen, wij zien het zoo duidelijk in den huidige oorlog (Eerste Wereldoorlog, red.), zijn met reuzenschreden vooruit gegaan ten koste van het geloofsleven. Aan het herstel van het verloren evenwicht hebben wij door verspreiding van de theosofische ideeën naar onze beste krachten meegewerkt. Het denkbeeld der algemeene broederschap is meer bekend geworden. Het godsdienstig leven vertoont vooral in onze stad een ernstig streven naar verdieping, terwijl de wetenschap overal blijken geeft dat zij met haar onderzoekingen de grens tusschen de twee werelden tracht te overschrijden; de kunsten zoeken naar nieuwe vormen van uitdrukking en de kunstenaars vragen een levensleer. Wie met zijn tijd meeleeft, voelt dat er een nieuw tijdperk aanbreekt, een renaissance op velerlei gebied. Wij moeten aanraking zoeken met de maatschappelijk samenleving en haar de voorrechten der theosofia brengen.”

Vanaf 1916 vonden in de zalen bijeenkomsten, openbare lezingen en tentoonstellingen plaats, waardoor het pand ook de status van cultureel en sociaal ontmoetingspunt kreeg. Het echtpaar Ros fungeerde als inwonende beheerders van dit multifunctionele gebouw. Mevrouw Ros-Vrijman hield regelmatig lezingen en scheef o.a. het boekje Helena Petrowna Blavatsky haar Leven en Werken. 

In deel 4 van de geschiedenis van de Loge Den Haag: Zoals waarheid het doel is, is vrede het wachtwoord

nl_NLDutch