Opnamedatum juli 2021, locatie Park Sorghvliet, Den Haag. Interviewer Annelies Moerel, cameravrouw Fieke Ripping.
Aan alle geïnterviewden is gevraagd een locatie te kiezen die voor hen belangrijk is, waar ze graag iets over willen vertellen en bovenal wat voor hen de link is naar de theosofie, die voor ieder van hen uiteraard een belangrijke rol in hun leven speelt.
We spreken Wim in het Haagse Park Sorghvliet. Om iemand te interviewen als Wim Leys, in mijn ogen een mastodont in theosofieland, is best lastig. Zeker als je als interviewer maar een uurtje hebt, want Wim is een wandelende encyclopedie en dan wel eentje bestaande uit 26 boeken, voor elk letter één. Dus waar begin je?
Wim, je was al jong bezig met spiritualiteit.
“Ik begon met twee plankjes boeken en had er zes niet gelezen. Ik zei tegen mijzelf: Wim, voor je nieuwe boeken koopt, moet je eerst die andere gaan lezen. Maar dat heb ik niet volgehouden. Naarmate ik nonchalanter werd en meer boeken ging kopen, is die verhouding een beetje verstoord geraakt.”
Wim, wat is de reden dat je ons hebt meegenomen naar het prachtige Park Sorghvliet in Den Haag?
“Park Sorghvliet is ooit bij het Catshuis aangelegd. Vader Cats, dichter en staatsman, heeft dit huis laten bouwen. Als politicus had hij toen veel aan zijn hoofd. Hij noemde dit park treffend Sorghvliet, wat zoiets betekent als: het vlieden van zijn zorgen. Hij heeft de tuin aan laten leggen en latere eigenaren van het landgoed hebben die tuin verder uitgebreid. Graaf Willem Bentinck bijvoorbeeld, heeft het helemaal doorgetrokken tot waar nu het Vredespaleis ligt. Een enorm oppervlak, veel groter dan het nu is.”
Hoe is de theosofische Loge Den Haag bij deze plaats betrokken?
“Dat begint met Caroline de Westenholtz, directeur van het Louis Couperus museum in Den Haag. Zij belde mij een keer op en vroeg: 'Hoe komt het toch dat alle esoterische genootschappen in de buurt van het Vredespaleis zijn gevestigd? Dat is toch heel merkwaardig?'
Als mogelijke reden vertelde ik haar het verhaal van de Graaf van Saint-Germain (van het Latijnse Sanctus Germanus = Heilige Broeder) die hier in de 18e eeuw minstens tweemaal een bezoek heeft gebracht. Saint-Germain is een van de meesters van de theosofie, een groot adept, vooral voor Europa en Amerika. Hij was een ingewijde met miraculeuze krachten en beheerste de geomantiek, dat wil zeggen dat hij de magnetische plekken, streken en leilijnen van de aarde kende en hun betekenis.
Het verhaal gaat dat dit park een mysterieplaats aan de Nederlandse kust is van duizenden jaren geleden en dat de graaf van Saint-Germain iets heeft gedaan om dat opnieuw te beleven. Hij was destijds hier vanwege een vredesmissie. Er was een oorlog met Engeland gaande en er waren in Frankrijk mensen die deze zinloze oorlog wilden beëindigen. De hoogste regeringsfunctionarissen wilden dat niet, dus is Saint-Germain in het geheim naar Graaf Bentinck gekomen, om vandaaruit ongezien naar Engeland te vertrekken. Dit alles speelt zich af in de 18e eeuw, nog vóór de Franse revolutie.
Op de plek waar we nu staan lag de Parnassusberg, een soort van tempel die je kon beklimmen. Vandaaruit had je een prachtig uitzicht. Het is geen hoge berg meer, maar het is nog steeds een enorme krachtplek.
Caroline de Westenholtz dacht in eerste instantie dat dit een Tempel was, maar verder onderzoek deed haar vermoeden dat de echte mysterietempel iets terzijde van het Vredespaleis ligt. Van die heuvel die ook Parnassusberg heet, is niet veel meer over. Het is nu de ingang van een schuilkelder.
We gaan het werk van Caroline publiceren zodra zij klaar is met haar onderzoek. In de tijd van graaf Bentinck zat de tuin al vol symboliek, van de vrijmetselaars, astrologie en meer. Het was aangelegd als een Franse tuin, met heggen. Nu lopen wij in een Engelse landschapstuin, veel natuurlijker, als een bos. Nederlanders sleutelen graag aan de natuur. In de loop van de tijd zijn de duinen opgehoogd en daardoor is dit beekje ontstaan dat doorloopt tot in de Hofvijver.”
Wat betekent deze plek voor jou, Wim?
“Voor mij is dit een geliefde plek, maar het belangrijkste en interessantste aspect is de 17e- en 18e-eeuwse esoterische symboliek. Er gaat een bepaalde werking vanuit. Saint-Germain was op vredesmissie en wat is hier 200 jaar later gebouwd? Het Vredespaleis. Dat gebouw speelt een belangrijke rol in de eeuwige ellende van deze wereld en al haar oorlogen. Dus is het niet gek om te denken dat een meester van wijsheid daar iets aan wilde doen.
Saint-Germain is, toen werd ontdekt dat hij hier was, ’s nachts hals over kop gevlucht naar Delfshaven in een boerenkar, omdat de Fransen het vreselijk vonden dat hij op eigen houtje deze vredesmissie uitvoerde. Uiteindelijk is het wel tot vrede gekomen, maar in hoeverre dat aan hem te danken is? Oorlog voeren is duur en schadelijk voor een land, dus misschien was dat de reden voor de beëindiging. Het gerucht gaat dat Graaf Saint-Germain in 1784 berooid is gestorven, maar er zijn mensen die hem daarna nog gezien hebben. Hij was tijdens het oprichten van de Theosophical Society actief als Meester. Mevrouw Blavatsky zegt hem te hebben ontmoet zo'n 100 jaar na zijn vermeende dood.”
Wanneer maakte jij de stap naar de theosofie?
“Rond mijn twintigste ben ik begonnen de Bhagavad Gita en de Tao Te Ching te lezen. Rond die tijd raakte ik ook geïnteresseerd in de theosofie. Op de middelbare school was ik door godsdienstles al vertrouwd geraakt met reïncarnatie en oosterse mystiek. Ik had een plaat van alle hindoegoden bewaard uit een oosters tijdschrift, die hangt thuis nog steeds ingelijst aan mijn muur. Ik ben vrijzinnig protestant opgevoed en zat op christelijke scholen, maar thuis deden we er niet veel aan. In de loop van de pubertijd maakte ik me daarvan los, het boeide me niet meer. Toch heb ik het wel gewaardeerd. Toen ik de Bhagavad Gita en de Tao Te Ching las, begreep ik die boekjes meteen.
Ik kon ze ook gelijk toepassen. Toen ben ik begonnen met mijn esoterische studies. Ik heb astrologiecursussen gedaan en heel lang dagelijks astrologie beoefend. Ik leerde antroposofen, theosofen en rozenkruisers kennen, maar ik ben pas in 2003 lid geworden van de Theosofische Vereniging.
Ik kwam bij de Loge Den Haag, die te lijden had onder de vergrijzing, net als andere loges. Dat ging mij aan mijn hart. Ik dacht, theosofie is zo waardevol, wij moeten dat bekend maken, zoals mevrouw Blavatsky ons ook gevraagd heeft. In 2006 ben ik met een introductiecursus gestart die ik 12 jaar lang heb gegeven. Bij iedere cursus waren er wel een aantal mensen die zich aanmeldde als lid. Allemaal iets jonger dan de mensen die ons door de vergrijzing ontvielen. Dat gaf veel voldoening.
De Loge Den Haag was in de jaren zestig/zeventig de grootste loge van Nederland en hoort nu weer bij de top-loges naast Utrecht en Naarden. Ik ben voorzitter gebleven tot 2017, twee jaar langer dan eigenlijk de bedoeling was.”
Wat heb je kunnen geven aan de Loge?
“Nieuw elan en nieuw leven door de kennismakingscursus. Daarnaast heb ik publiciteit gegeven aan onze lezingen. Publiciteit is net als de natuur, die strooit miljoenen zaadjes uit in de grond maar er zijn er maar een paar die ontkiemen. Bij het verspreiden van de folder van het programma legde ik er ook een folder van de kennismakingscursus bij en ik ben een, weliswaar primitieve, website begonnen. Dat was een uitdaging maar het heeft wel zijn vruchten afgeworpen. De website is inmiddels twee á drie stappen geëvolueerd en we zijn nu te vinden op allerlei social-mediaplatforms.
In 2015 ben ik ook voorzitter geworden van de landelijke vereniging (TVN), maar twee functies was teveel. Gelukkig was Jan Maarten Braak in 2017 bereid om mijn voorzitterschap van de Loge Den Haag over te nemen.”
Wim, zou jij in een zin kunnen verwoorden wat theosofie voor jou betekent?
“Dat is een lastige vraag. Het antwoord is: Niet in een zin, maar in zes zinnen.
THEOSOFIE IS... een kompas tot zelfrealisatie.
Dat is het doel van de theosofie en daarvoor zijn wij hier op aarde.
THEOSOFIE IS... een norm voor het leven.
Theosofie is niet voor egoïstische mensen, het is voor mensen die ethisch willen handelen, goed willen doen en die een geweten hebben. Dat vind je vooral terug in de werken van Annie Besant.
THEOSOFIE IS... een gids om kennis te verwerven.
Voor theosofie is studie en kennis heel belangrijk. Blavatsky heeft ook tegen de westerlingen gezegd: De hatha-yoga met haar asana's is niet de weg voor westerlingen. Jullie denken is ontwikkeld en denken is ook een weg, in India wordt dat de weg van jñāna-yoga, de weg van kennis genoemd.
De studie is de weg, dan kom je voorbij de kennis, voorbij het hoger denken, tot inzicht. Het gaat er niet om dat je met studie iets bereikt, maar dat je met studie de grenzen van je denken kan overschrijden.
Studie is, zoals een filosoof eens zei, de steigers plaatsen, die helpen om het gebouw neer te zetten. Als het gebouw eenmaal staat kunnen de steigers weg. Het denken kan je op een gegeven moment weer loslaten.
Als je boven dat denken bent uitgestegen ben je daar, waar alle vormen van yoga naar op zoek zijn. Theosofie behandelt alles. Als je naar de Geheime Leer kijkt en andere theosofische boeken, is er niets van het kennis- en ervaringsgebied van de mens, wat niet besproken wordt.
THEOSOFIE IS... een toetssteen voor filosofie.
Als je filosofeert dan kan je dat in je eentje doen, maar dan kan je op een doodlopende weg uitkomen. Als je filosofeert moet je je altijd toetsen aan andere denkscholen en daar is de theosofie ook een toetssteen voor.
THEOSOFIE IS... een medereiziger op het pad.
We gaan het pad alleen. Niemand anders kan het pad voor jou gaan. Zelfs Boeddha en Krishnamurti zeiden: Ik ben een wegwijzer, maar je moet zelf het pad gaan. Het is fijn om een medereiziger te hebben. Dat kan een mens zijn, maar de theosofie kan je ook als zodanig beschouwen.
THEOSOFIE IS... dagelijkse inspiratie.
Ben je eenmaal theosoof dan verveel je je nooit meer en dan kun je altijd voor inspiratie bij de theosofie terecht. Als zodanig een zes-puntige ster, dat vind ik mooi, want dat is wat de hindoes op het hartchakra zetten.
Annie Besant zei altijd, theosofie, dat is studie, meditatie en dienstbaarheid. Studie daar ontkom je niet aan. Wij westerlingen zijn mensen die hebben leren lezen, schrijven en denken. Mensen in andere werelddelen die dat niet kunnen, hebben een andere weg, bhakti, de weg van aanbidding en symboliek. Wij stellen vragen en studie geeft antwoorden. Bij te veel studie overheerst het intellect, dan wordt het een nogal koele, zakelijke toestand. Studie alleen is niet genoeg voor de spirituele ontwikkeling. Wil je voorbij het denken in contact komen met het hogere, dat gebruik je meditatie.
Je bent dienstbaar aan je medemens en aan de theosofie als organisatie. Dat voelt als vanzelfsprekend. Jij hebt iets aangereikt gekregen en wil dat doorgeven aan anderen. Je bent ook in dienstbaarheid ten aanzien van je medeschepselen. Dit sluit mooi aan bij het christendom en het boeddhisme. De boeddhisten noemen liefdevolle dienstbaarheid metta, dat is goed zijn voor mensen, dieren, planten en mineralen. Je herkent leven en bewustzijn in alles. Dat is een stukje van je levenshouding. Na deze drie punten van Annie Besant is er nog een vierde en dat is zelfrealisatie. Dat is: kennis in praktijk brengen om je levensdoel te realiseren.”
Studie en boeken kunnen voor de theosoof als water en vuur zijn, of zie jij dat anders Wim?
“In eerste instantie is het dat niet, want water en vuur bestrijden elkaar. Theosofie en boeken zijn elkaars partners, die horen bij elkaar als twee trommelstokjes. Totdat de theosoof te veel leest, waardoor hij in verwarring kan raken. Of zoals ik, dat je veel te veel boeken koopt en je denkt wat moet ik allemaal mee, ik kom daar nooit meer aan toe. Dan wordt het water en vuur.”
Wat is je meest dierbare boek?
“Van de theosofische boeken is mijn lievelingsboek: ‘Licht op het Pad’ van Mabel Collins. Dat is voor mij een magisch boekje, als ik dat in mijn handen heb, dan verdwijnt het boekje als het ware, dan is er een soort kracht. Dat boekje is de drager van iets hogers in onze zintuigelijke wereld. Dat heb ik met geen enkel ander boek. Daarnaast zijn natuurlijk de Bhagavad Gita en de Tao Te Ching voor mij ook heel belangrijk.”
Als je naar een onbewoond eiland wordt gestuurd en je mag maar 1 boek meenemen, welke neem je dan mee?
“Weet je waar ik het eerst aan denk? Er liggen thuis zoveel nog ongelezen boeken te vragen door mij gelezen te worden. Ik zou eerst zo’n boek meenemen, dan denk ik aan ‘Sharing the Light’ van Geoffrey Hodson.
Hij is een van de grote theosofen, na Blavatsky, Besant en Leadbeater. Helderziend, bescheiden, een goede instructeur van het spirituele pad, hij heeft veel magnifieke dingen geschreven. Als ik heel lang mag blijven op het eiland neem ik ook de Collected Writings mee van Blavatsky.”
Wat zou je willen aanraden als boek aan een beginnend theosoof?
“We hebben in 2016 in Nederland eindelijk weer een boekje uitgegeven: ‘Theosofie: Eeuwige wijsheid voor deze tijd’. Dat kan ik iedereen aanraden, daarin wordt eigenlijk alles aangekaart voor verdere studie, alles komt aan bod.”
Hoe zie jij de toekomst van de theosofie voor je?
“De toekomst is, zoals gebruikelijk bij ons mensen, in nevelen gehuld. Het is net of het verleden heel groots en actief was en dat nu alles tot stilstand is gekomen. Het ledenaantal en het aantal loges is enorm geslonken en de bekendheid van de theosofie ook.
Vroeger werd er vaak over en door theosofen geschreven in dagbladen, mevrouw Blavatsky schreef zelfs in The New York Times. Nu zijn we als het ware in slaap gesukkeld. Toch verloopt alles in cyclussen en de mogelijkheid bestaat dat we na dit dieptepunt, na deze afname van alles, weer op kunnen rijzen.
We moeten trouw blijven aan de opdracht die mevrouw Blavatsky ons meegaf: De theosoof is verplicht om aan de mensen mee te delen dat er zoiets als theosofie bestaat.
Dat kunnen we doen door boeken uit te geven, cursussen geven, lezingen houden. Je moet het geschenk delen, want dan kan het licht stromen, dat is een occulte wet.
Er zijn 50 landen waar nationale afdelingen zijn: Brazilië, Amerika, India, dat zijn grote en sterke afdelingen. In Europa is Italië nog heel sterk. Ik hoop wel dat er iets blijft in de stoffelijke wereld. In de geestelijke wereld is er altijd theosofie, voor de mensen die heel stoffelijk zijn georiënteerd is dat echter moeilijk te vinden.”
Wat zou je willen meegeven aan onze lezers?
“Ik heb een heel kort, maar frappant citaat uit ‘Het Licht op het pad’ van Mabel Collins: 'Leef niet in het verleden, niet in de toekomst, maar leef in de eeuwigheid.' En dat is grappig, want iedereen zegt, leef in het nu. De bedoeling is dat je de eeuwigheid gaat aanvaarden. Dan vallen alle problemen en belemmeringen weg, want die behoren allemaal tot de tijd, die eigenlijk een illusie is. Als je in de eeuwigheid woont, heb je de wereld van tijd verlaten. Dat is een hele moeilijke opgave.
Het is een buitengewone inspirerende tekst en je kan het altijd te berde brengen, in wat voor omstandigheden dan ook. We leven in ruimte en tijd en dan in de beperkte zin, omdat de tijd afloopt en de ruimte begrensd is, maar Ruimte en Tijd met hoofdletters, zoals de Tibetanen zouden zeggen, dat is de eeuwigheid. Dat zegt mevrouw Blavatsky ook, het begint allemaal met Ruimte.”
Wat heb ik niet gevraagd wat je wel zou willen vertellen?
Ik wil graag nog iets vertellen over een heel belangrijk klein boek: ‘In the outer court’ van Annie Besant (Nederlandse titel: In den Buitenhof). Het beschrijft het hele pad dat we moeten gaan, dat legt zij zo mooi uit, vooral ook wat je te doen staat. Dr. Suzuki , een Japanse zenmeester zei: 'Zen-mind is beginners-mind.' Je staat altijd aan het begin. Niet hoogmoedig worden in de zin van: dit heb ik allemaal bereikt en niet ontmoedigd worden als je dagelijks terugblikt. In mijn eigen dagelijkse observaties zie ik veel wat nog niet voldoet aan de eis. Ik laat mij niet ontmoedigen, maar ga eraan werken. Toen ik voor het eerst in de Tao Te Ching las over de opdracht voor de lezer om ‘durend in Tao’ (de eeuwigheid) te leven, dacht ik, kon ik dat maar. Toen ik vijftig was ontdekte ik dat ik dat eigenlijk al was, ‘durend in Tao’. En dan denk ik, dat heb ik allemaal te danken aan mijn eigen harde werken. Dat geeft voldoening, niet trots, maar het gevoel van: hè, hè, lange wandeling gemaakt, ik ben er gekomen.
En dan mag ik even zitten.”
1: Jacob Cats 1577-1660, een vooraanstaand dichter en politicus.
2: Genoemd naar de Griekse berg Parnassus. Deze berg was in de Griekse mythologie gewijd aan de god Apollo en stond bekend als de verblijfplaats van de muzen (godinnen van de kunsten), lieftallige wezens van gratie en schoonheid.
3: Bhakti-yoga is het pad van liefdevolle toewijding en overgave aan God (Ishvara), de Allerhoogste, of aan een incarnatie van God (avatara) en daardoor als systeem sterk dualistisch van aard.