Opnamedatum juli 2021, locatie Westduinpark en Zuiderstrand, Den Haag. Interviewer Annelies Moerel, cameravrouw Fieke Ripping.

Ria Schopman is sinds september 2020 voorzitter van de Loge Den Haag. Ze wilde graag afspreken bij het Zuiderstrand in Den Haag. Ze is geboren en getogen in Den Haag en aan die plek, de duinen en het strand, bewaart ze goede herinneringen. Terwijl wij met onze voetjes in het koude zeewater staan, vertelt ze wat de zee in haar losmaakt.

Ria, is het voor jou voor te stellen om niet aan zee te wonen?

“Ik zou nooit in een stad kunnen wonen waar ik niet snel even naar zee zou kunnen gaan.

De zee, de horizon en de wolken geven me een gevoel van weidsheid en vrijheid. Dat geeft mij letterlijk lucht. Bovendien is zeelucht heel gezond en ik voel dat het mijn lichaam goed doet.

Zwemmen vind ik ook heerlijk, omdat je dan gewichtloos bent. Jezelf mee laten drijven met de stroom, je mee laten voeren zonder weerstand te ervaren. Het beroemde go-with-the-flow-gevoel.

Wat is de link met theosofie en jouw gevoel bij de zee en het strand?

“Dat heeft te maken met de eeuwigdurende beweging van eb en vloed, de cycli die je ook in de theosofie terugvindt. Daar herinnert de zee mij aan en ook aan het gegeven dat de oceaan bestaat uit miljarden druppels, maar dat in één enkele druppel ook weer alles van de hele oceaan besloten is.

Het eenheidsprincipe is iets wat mij diep raakt. Weten dat we allemaal één zijn, al die schijnbaar afzonderlijke elementen tot op atoomniveau met elkaar verbonden.

Wij zijn allemaal die druppel, wij hebben allemaal die oceaan in ons. Het besef dat wij als mensen alle wijsheid al in ons hebben en dat wij die eigenlijk alleen maar hoeven te ontsluieren.  Door te studeren, door met andere mensen te praten, door te mediteren en door heel goed naar de natuur te kijken.”

Ria, hoe ben je in contact gekomen met de theosofie?

“Mijn buurvrouw vroeg of ik zin had in een meditatiecursus. En iedereen die mij kent weet dat ik dan meteen ja zeg, ongeacht wat je voorstelt. Ik vind altijd alles leuk. Het was een meditatiecursus met Ineke Vrolijk over het meditatiediagram van H.P. Blavatsky. Het zouden tien bijeenkomsten zijn, maar het werden er uiteindelijk zestig, omdat Ineke zo ontzettend veel te vertellen had over de achtergronden van dat ogenschijnlijk simpele meditatieschema. In die tijd ging ik ook naar lezingen in de Loge en deed ik wel eens een cursus.

Opeens wist ik het: Dit is de levensbeschouwing die bij mij past. Dat was mijn eerste kennismaking met de Loge, zo’n tien jaar geleden. Op gegeven moment dacht iedereen dat ik lid was en dacht ik: Misschien moet ik dat ook maar doen. Zo hoorde ik er eigenlijk al bij voordat ik lid was.”

Je zegt: Dit is de richting die bij mij past. Wat trekt je aan?

“Er zijn geen dogma's, de theosofie zegt niet wat je moet geloven. Er is ook geen hiërarchie wat leiding betreft, de voorzitter en andere bestuursleden worden gewoon gekozen door de leden.

De theosofie zegt, ga zelf op onderzoek uit. Dat trok mij enorm aan. Dus niet: zo is het en als je het niet snapt, moet je het maar geloven.

Je mag zelf uitzoeken, ontdekken en ontsluieren en dat samen met gelijkgestemde mensen. Dat vond ik het allerbelangrijkste.”

Je gebruikt het woord ontsluieren: Mooi woord, het is niet iets wat ineens klaarhelder is.

“De wijsheid is nooit weggeweest. Al die pareltjes van wijsheid, die mooie inzichten zijn er altijd al geweest. Wij hebben het allemaal in ons, alleen doordat we ons hier op aarde ook met alledaagse zaken moeten bezighouden zoals werken, het huishouden en onze administratie, komen andere zaken, zoals persoonlijke transformatie, aan de zijlijn te liggen.

De bedoeling van de theosofie is dat je focust op de dingen die belangrijk zijn. Ik vind dat de theosofie een hele goede manier heeft gevonden om mensen te gidsen, door de interessegebieden religie, filosofie en wetenschap te combineren en daar de gemeenschappelijk kern uit te halen. Dat vind ik mooi, daardoor zie je dat er helemaal niet zo veel verschillen zijn, en dat theosofie overal om je heen terug te vinden is:  in boeken, schilderijen, beelden, gebouwen en muziek. Als je maar goed kijkt.

Daar zit ook dat ontsluieren in. Door de sluier voor je ogen zie je sommige dingen wel en andere zaken weer niet. Je kunt in een bos lopen en kijken naar de stammen, de takken en de bladeren, maar er is ook nog ruimte tussen die bladeren en bomen en boven de bomen. Als je dat ziet, dan gaat er weer een hele andere wereld voor je open, je voelt je niet langer ingesloten, er is veel meer ruimte dan je denkt.”

Is dat wat je geleerd hebt sinds je met theosofie in aanraking bent gekomen?

“Voordat ik met theosofie begon waren er al zaadjes geplant. Met de theosofie erbij komen ze tot bloei, waardoor ik er nu meer van snap. Omdat er een breed scala aan onderwerpen om te bestuderen voorhanden is, pakte ik een beetje hiervan en een beetje daarvan.

Op een gegeven moment merk je dat je er klaar voor bent om het grotere geheel te zien. Dat is wat er gebeurde toen ik bij de theosofie terecht kwam. Ik leerde het grotere geheel te zien. Reïncarnatie, karma, het was een soort optelsom.”

Ben jij een snelle leerling?

“Ik ben nog niet zo lang bij de Loge. Spiritualiteit is iets waar ik mijn leven lang al belangstelling voor heb gehad, maar ik had de weg nog niet gevonden om daar iets mee te doen. Ik ben katholiek opgevoed, maar thuis waren we niet zo streng. Ik had moeite met bepaalde onderwerpen in het geloof, andere details vond ik fantastisch. Op gegeven moment hield ik mij er helemaal niet meer mee bezig, maar toch miste ik een manier om mijn spiritualiteit vorm te geven. Uiteindelijk ben ik hier terecht gekomen zonder echt specifiek te zoeken.”

 

Nu ben je tien jaar lid en sinds een jaar voorzitter. Ben jij een echte theosoof? Kom jij ook om in de boeken?

“Ik heb ter voorbereiding voor dit interview even grofweg geteld. Ik denk dat ik zo’n zeshonderd boeken bezit, verdeeld over een vier meter brede boekenwand. Daar staan natuurlijk niet alleen theosofische boeken in, die beslaan ongeveer een kwart daarvan. Het allermooiste boek op theosofisch gebied is ‘De Stem van de Stilte’ van HP Blavatsky. En er bestaat een theosofisch werkje, vermomd als kinderboek, namelijk ‘Le Petit Prince’ [1].

Toen ik beide boeken voor het eerst las begreep ik er niet zoveel van. Bij ‘Le Petit Prince’ kwam dat omdat ik toen de Franse taal nog niet goed beheerste. Bovendien zit er veel symboliek in en is er veel verhaal tussen de regels. Bij ‘De Stem van de Stilte’ worden veel Sanskriet woorden gebruikt en concepten genoemd, die ik toen helemaal niet begreep. Toch vond ik beide boeken heel waardevol.

Ze zorgden ervoor dat ik mijn denken uitschakelde. Ik stopte met proberen te begrijpen waar het over ging en dat is iets wat ik met geen enkel ander boek heb gehad.  Ik wilde ze zo graag lezen dat ik de ratio moest parkeren om intuïtief te kunnen lezen. Gewoon lezen en binnen laten komen.

Het raakte mij echt diep in mijn hart. Ik lees iedere paar maanden beide boekjes weer. In ‘Le Petit Prince’ zit alles, reïncarnatie, karma, groot liefde mededogen, vriendschap, broederschap, illusie en werkelijkheid, reizen door tijd en ruimte. Al die begrippen zitten in dit fantastisch sprookje, zo toegankelijk, zo mooi en zo ontroerend ook. ‘De Stem van de Stilte’ kan ik niet uitleggen, dat raakt me gewoon, dat resoneert."

Zijn dit ook boeken die jij zou aanraden aan mensen die nog niet zo veel van theosofie afweten?

“Dan zeg ik ‘De Stem van de Stilte’, dat is toch redelijk toegankelijk als je over de Sanskriet woorden heen kan stappen en als je niet jezelf als doel stelt dat je het leest om het te begrijpen, want zo’n boek is het niet. Zolang je dat niet doet, kan je er elke keer iets nieuws in ontdekken.”

Wat kan jij met de stelling: Theosofen en boeken zijn als water en vuur?

“Een mooie boeddhistische uitspraak is: Wijsheid is kennis die in het hart is afgedaald. Kennis haal je uit boeken, zit in je hoofd, maar wijsheid is doorleefde kennis, kennis in de praktijk. Theosofie moet je in de praktijk brengen, moet je doen, je kunt niet alles uit boeken halen. Veel wel, als een soort richtlijnen, maar het allerbelangrijkste moet je doorleven en voelen en dat doe je niet door dingen uit je hoofd te leren.”

Kun jij hier in je dagelijks leven tijd voor maken?

“Je zou er tijd voor vrij moeten maken, want het belangrijkste proces van theosofie is het internaliseren. Dat is het in de praktijk doen, dat doe ik door ’s ochtends te mediteren en soms neem ik dan een vers uit ‘De Stem van de Stilte’ erin mee, soms neem ik niks mee, dan laat ik opkomen wat er opkomt. Dat mediteren hoeft niet altijd ’s ochtends op een kussentje. Wat ik meestal doe, als ik door de dag heen wordt meegenomen in de maalstroom van het leven, dan zeg ik tegen mijzelf: 'Ria, even tot rust komen. Waar ben je nu mee bezig, kom terug bij de kern.' En dat helpt.

Wat ik elke dag probeer mee te nemen is: niet oordelen. Dat is best lastig. Ook als je iets aardigs over iemand zegt is dat een oordeel. Waarom is diegene goed en de persoon die ernaast staat niet? Dat is een doorgaand proces.

In mijn werk probeer ik alleen opdrachten aan te nemen die ik leuk vind, waar ik voldoening van krijg en waarbij ik het gevoel krijg dat die ander er ook blij van wordt.

Op dit moment schrijf ik een boek in opdracht van iemand anders. Ik had de wereld ingestuurd dat ik wel weer wat werk kon gebruiken. Deze persoon heeft mij via google gevonden.

Het is een heel spirituele man, die allerlei meditatietrainingen en workshops geeft. We zijn een goede match, een gewone tekstschrijver zou alle begrippen die hij beschrijft niet begrijpen, denk ik.  Dat is de kracht van de kosmos. Op deze manier komen dingen op mijn pad. Ik zie het voor me en dan vraag ik met heel mijn hart. Veel dingen die ik heb bereikt zijn op die manier gerealiseerd. Soms komen dezelfde onderwerpen gelijktijdig op mijn pad. Synchroniciteit, oftewel betekenisvol toeval, is een rode draad in mijn leven.

Als ik mijn roman signeer voor iemand, dan schrijf ik daar iets bij wat komt uit Alea [2]: Soms vind je niet wat je zoekt, maar je krijgt wel altijd wat je nodig hebt. En dat is wat er in mijn leven gebeurt.

Ik krijg niet altijd wat ik wil, maar ik krijg wel altijd wat ik op dat moment nodig heb. En dat geeft mij zo’n vertrouwen, dat ik echt in overgave kan leven. Dan weet ik: Het komt goed, er wordt voor mij gezorgd.

Ik krijg niets op mijn pad wat niet voor mij bestemd is. Ook verdriet en frustratie over dingen die niet lukken horen daarbij. Blijkbaar is het niet de bedoeling dat die dingen lukken, ik kan mij daaraan overgeven. Dit is wat ik op karmisch niveau moet uitvoeren in dit leven.”

Dit gevoel had je ook al voordat je aan theosofie begon?

“Ik had altijd sterk het idee dat je je niet moet verzetten tegen datgene wat op je pad komt.

Als je je verzet dan blijft het terugkomen in welke vorm dan ook totdat je de les, die daarin besloten ligt, heb geleerd. Ik zie veel mensen om mij heen die zich verzetten, ze vragen zich af: Waarom overkomt mij dit?

Berusten in dat wat je overkomt, het loslaten, is niet makkelijk. Dat is werk in uitvoering. Ellende of mooie dingen, niets komt vanzelf, al lijkt het soms zo. Er is karma en levenslot, en toch heb je zelf ook wat te vertellen, je hebt altijd keuzes. Vrije wil om met gebeurtenissen om te gaan, vrije wil om te leren.”

Heb je het gevoel dat je deze wijsheid kwijt kan in je voorzitterschap?

“Ik zou dat wel willen delen, maar ik zou ook wat meer zelf willen studeren. In het bestuur zijn er op dit moment veel administratieve zaken die geregeld moeten worden. Dat is niet erg want dat moet ook gebeuren. Veel communicatietaken, voorbereidingen voor het 125-jarig bestaan. Wat ik vooral wil, is niet zozeer mijn wijsheid etaleren, maar mensen een hele mooie levensbeschouwing aanreiken. Ik wil de theosofie toegankelijker maken, zodat anderen ook kunnen profiteren van deze gids.

Er is een quote van E.O Wilson: ‘We are drowning in information, while starving for wisdom’. We verzuipen letterlijk in alle informatie, die op ons af komt. De theosofie kan je helpen onderscheidingsvermogen te ontwikkelen en vervolgens datgene eruit te pakken waar je wat aan hebt.

Ik was vroeger een soort octopus met acht graaiende armen, theorietje hier en inzichtje daar. Ik heb die stroom aan informatie kunnen versmallen, omdat ik er vanuit een ander perspectief naar kijk. En dat heeft mij erg geholpen.”

Hoe zie je de toekomst van de Loge Den Haag?

“Ik hoop dat de Loge een beetje kan groeien. Het is niet een doel op zich, maar ik vind het prettig dat er een plek is waar mensen zich vertrouwd voelen, waar zij zichzelf kunnen zijn, samen kunnen studeren en dingen kunnen bespreken. Hopelijk hebben we straks ook een eigen plek, waar het fijn vertoeven is. Ik weet eigenlijk wel zeker dat er meer mensen naar ons toe zullen komen, dat voel ik. Er is grote behoefte aan een gids, een manier om aan bewustzijnsontwikkeling en persoonlijke groei te werken. Ik zie de toekomst wel rooskleurig eigenlijk. Maar zo ben ik.”

Welke mooie quote of tekst wil je de lezers niet onthouden ?

Ik heb gekozen voor een uitspraak van Krishnamurti: Waarnemen zonder oordeel is de hoogste vorm van intelligentie. Dat is het hoogste wat je kunt bereiken als mens. In volledige aandacht zijn in het hier en nu, zonder oordeel. Dat is waar ik de laatste tijd heel erg mee bezig ben. Alleen maar waarnemen, dat oefen ik voortdurend in meditatie. Dat lukt meestal niet, daar ben ik heel eerlijk in.

Op de momenten dat het wel lukt is het zo’n euforisch moment. Ik kan nauwelijks beschrijven hoe dat voelt. Dat is alsof je letterlijk en figuurlijk opgaat in deze wereld, alsof er geen grenzen meer zijn, alsof er geen vragen meer zijn omdat alle antwoorden er ook zijn. Ik stel mij dat dan voor als akasha [3], dat is het absolute nulpuntveld waar alles in mogelijkheden aanwezig is.

Het voelt alsof ik dan verbinding heb met dat veld. Met dat eindeloze bewustzijn van alle mensen tezamen, waar je in opgaat. Zo voelt het, als je echt kunt waarnemen zonder oordeel en dat zijn zeldzame momenten.”

[1] Le Petit Prince is geschreven door Antoine de Saint-Exupéry, gepubliceerd in 1943.
[2] In de roman ‘Alea’ uit 2014 verwerkte Ria Schopman het verdriet over het verlies van haar broer en haar ouders in wat lezers ‘een filosofisch sprookje’ noemen, dat zich afspeelt op een dunbevolkt Schots eiland.
[3] Akasha komt uit het Sanskriet en betekent letterlijk ether, hemel of uitspansel. Het is een van oorsprong hindoeïstische opvatting over het bestaan van een allesdoordringend medium, ether genoemd of het 'vijfde element' waar de term kroniek in de theosofie aan toegevoegd is. In deze kroniek zouden alle gebeurtenissen die ooit hebben plaatsgevonden, elke gedachte en emotie voorgoed bewaard worden in een 'astraal licht'.

Terug naar beginpagina Interviews

en_USEnglish